2.1 Digitale identiteit
Context
Steeds meer officiële interacties tussen overheden en burgers vinden digitaal plaats. De afgelopen jaren is op Europees niveau hard gewerkt aan het beveiligen en harmoniseren van deze digitale interacties. Met name de manier waarop data wordt opgeslagen, hoe publieke instanties hiermee om moeten gaan en voor welke andere doeleinden deze gebruikt mogen worden is een steeds groter wordende uitdaging. In het kader van de toegenomen cyberbedreigingen zal dit onderwerp ook de komende jaren hoog op de agenda blijven staan.
- Wat betreft data (algemeen), verwijzen we graag naar subthema 1.1. Data, algoritmen en broncodes.
- Wat betreft informatieveiligheid en cybersecurity, verwijzen we graag naar subthema 1.3. Informatieveiligheid.
Link(s): Europees kader voor een digitale identiteit (e-ID) (2021); Raadsconclusies e-ID (2020); eIDAS Verordening (2014).
Context
Op 3 juni 2021 presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een Europese Digitale Identiteit (eID), een herziening van de eIDAS verordening (910/2014). Het doel van het voorstel is het bieden van een platform waarop burgers hun identieit digitaal in de gehele EU kunnen aantonen en elektronische certficaten (zoals geboorte- en/of trouwaktes) kunnen delen vanuit een European Digital Identity Wallet. Volgens de voorgestelde verordening worden lidstaten verplicht aan burgers deze e-ID aan te bieden, waarna vervolgens de burger zelf de keuze houdt of hij/zij gebruik wil maken van het digitale identificatiemiddel. Gebruikers van de e-ID zullen bovendien de keuze krijgen welke delen van hun identiteitsgegevens, data en/of andere elektronische certificaten gedeeld worden met derden en kunnen blijven volgen wat er met gedeelde informatie gedaan wordt.
Stand van Zaken
Het Europees Parlement en de Raad van de EU zijn momenteel bezig met de trialoogonderhandelingen omtrent het voorstel, bedoelt om voor de zomer van 2023 een politiek akkoord te bereiken. De eerste ontmoeting tussen de onderhandelaars vond plaats op 21 maart 2023. Gedurende april vinden voornamelijk technische onderhandelingen plaatsvinden, waarna de afronding in mei-juni plaats zal vinden. De positie van het Parlement (standpunt) en van de Raad (algemene oriëntatie) zijn vrij dicht bij elkaar gekomen, echter zullen de regels omtrent “relying parties” mogelijk controversieel zijn.
Daarnaast publiceerde de Europese Commissie op 10 februari 2023 de eerste versie van de gemeenschappelijke EU-toolbox om de Europese Digitale Identiteitsportefeuilles (EUDI Wallet) te implementeren. De toolbox vormt een aanvulling op het eID-voorstel en zal de basis vormen voor de ontwikkeling van de prototype-wallets die worden gebruikt voor het testen van het eID-kader. De toolbox zal echter pas verplicht worden zodra het eID-voorstel aangenomen is.
Vervolgstappen
Wegens de juridische aard van het wetsvoorstel (verordening) zal de wet na publicatie direct van toepassing zijn in de gehele EU. Dit betekent voor de lidstaten dat zij uiterlijk 24 maanden te tijd zullen hebben om ten minste één eID middel aan te bieden.
Link(s): Europass-kader (2018)
Context
Op 12 april 2018 hebben de EU-lidstaten het herziene Europass-kader (Besluit 2018/646) goedgekeurd. Het herziene kader heeft tot doel het Europass-cv en andere hulpmiddelen te vereenvoudigen en te moderniseren om mensen in staat te stellen hun vaardigheden en kwalificaties beter zichtbaar te maken en te helpen anticiperen op behoeften en trends op de arbeidsmarkt. De Europass bestaat uit vijf documenten om de vaardigheden en kwalificaties duidelijk en gemakkelijk te kunnen uitleggen in de hele EU. De pas bestaat uit het Curriculum Vitae, het Taalpaspoort, de Europass Mobiliteit, het Certificaatsupplement en het Diplomasupplement.
Nederland wordt vertegenwoordigd door de Dienst Uitvoering Onderwijs. In december 2012 is ook het Europese Skills Paspoort (ESP) gelanceerd. Het ESP is een elektronische portfolio om studenten, werknemers of werkzoekenden te helpen om een persoonlijk overzicht te maken van zijn/haar kwalificaties en persoonlijke vaardigheden. Het ESP kan een reeks van documenten omvatten (Het Taalpaspoort, kopieën van diploma’s, getuigschriften etc.). Toegevoegd aan een Europass CV, zorgen deze documenten voor het bewijs van de in het CV beschreven vaardigheden en competenties.